Ontstoken kapselplooi
(Plica synovialis)

elleboogklachten

Behandeling en prognose van een plica synovialis

Bij een plica in de elleboog is de kapselplooi ontstoken aan de boven/zijkant van de onderarm. Onze praktijk is gespecialiseerd in het onderzoeken en behandeling van klachten aan de elleboog. De ontstoken kapselplooi, oftewel plica is een klacht die weinig voorkomt en wordt vaak verward met een tenniselleboog omdat de locatie van pijn dichtbij elkaar zit.

Wij willen je meer vertellen over achtergrond van deze klacht. Wij vertellen je eerst meer over de oorsprong en behandeling van de klacht. Wat kunnen wij en jij zelf aan het herstel bijdragen? Daarna beantwoorden we nog een aantal veel gestelde vragen.

Wat is een plica synovialis

In de elleboog worden de botten van de boven en onderarm omgeven door een omhulsel: het gewrichtskapsel. We spreken van een Plica /synovial fringe als het gewrichtskapsel wordt ingeklemd en hierdoor ontstoken raakt. Het is nog onvoldoende onderzocht of iedereen deze klacht kan krijgen of dat je wordt geboren met een genetische afwijking waardoor deze klachten eerder ontstaan.

Een plica synovialis van de elleboog, ontstaat door een overbelasting van de plica in het ellebooggewricht aan de boven en buitenkant van de elleboog.De overbelasting ontstaat door een te veel herhaalde volledige strekking van de elleboog gecombineerd met draaiing van de onderarm. Hierbij raakt de plica steeds beknelt en kan deze gaan ontsteken.

Dit komt bijvoorbeeld voor bij mensen die de sport turnen beoefenen en daarbij veel handstanden maken met een draai, zoals op de bok of de brug. Ook volleyballers, darters en verschillende werpsporters kunnen deze klachten ontwikkelen.

Een plica synovialis van de elleboog kan ook voorkomen bij beroepen als tuinman, schilder en elektricien.

elleboogklachten

Symptomen van een plica synovialis

De oorzaak van de klachten is het verdikte en ontstoken kapsel wat ingeklemd wordt. Vaak is er een ploppen/ klikkend geluid aanwezig tijdens het buigen in combinatie met het naar binnen draaien van de hand. Pijn wordt meestal gevoeld in een range van 90 tot 110 graden buiging van de elleboog.

Diagnose stellen van een plica synovialis

 

Voor het stellen van de diagnose moet goed gekeken worden naar het beloop van de klacht en de soort activiteit die er aan gegeven is. In het onderzoek kan met goed onderscheid maken of het gaat om een plica synovialis door goed te voelen tussenin het gewricht en op de rand van de radius, die plek zal bij druk erop pijn geven.

Zit de pijn meer aan de buitenkant op het bot van de bovenarm (laterale epicondyl) dan gaat het niet om een ontstoken plica, maar om een tenniselleboog.

Daarnaast zijn er twee testen die de diagnose kunnen bevestigen. De posterolaterale impingement test en de flexie-pronatie test.
Bij Posterolaterale impingement test wordt gevoeld aan de achterzijde in het radio-humerale gewricht of de plica naar buiten komt maximale strekking en of deze pijn geeft bij aanraking daarvan. Is dat het geval dan is de test positief.

 

Bij de flexie-pronatie test wordt de arm van maximale buigen en de onderarm naar binnen gedraaid naar een strekking gebracht, waarbij een positieve uitslag een snapping of knappend gevoel geeft tussen de 90° en 110° buiging.

Het stellen van de diagnose gaat soms fout, omdat soms te snel wordt gedacht dat het om een tenniselleboog gaat. De testen van de tenniselleboog zijn positief, omdat het kapsel aan de buitenzijden van de elleboog op rek wordt gebracht waardoor er ook rek komt op de ontstoken plica die dan ook pijn geeft. Maar een goede fysiotherapeut of dokter kan het onderscheid maken door goed te voelen waar de bron van de pijn zit.

In sommige gevallen herstelt de plica niet goed en kan er gekozen worden om een röntgenfoto of MRI te maken van de elleboog om te kijken in welke mate de plica is ontstoken en of een operatie nodig zal zijn.

Behandeling van een plica synovialis

De eerste keuze voor het behandelen van een plica is de fysiotherapeut. Samen maken therapeut en patiënt een plan waardoor de plica weer kan herstellen.

De focus van de behandeling zal liggen op het bewegen binnen de pijngrens en de pijnlijke range van de elleboog te vermijden. Tegelijkertijd is een belangrijk onderdeel van het de behandeling het trainen van de elleboogstabiliteit.

De behandeling bij een plica synovialis is gericht op enerzijds het vermijden van de pijnlijke bewegingen. Anderzijds zal de elleboogstabiliteit getraind moeten worden. Hierbij kun je denken aan oefeningen met dumbells, kettlebells en het pully apparaat die wij in onze sportruimte hebben staan.

Deze oefeningen worden samen met de fysiotherapeut gedaan. Ook zullen er oefeningen mee naar huis worden gegeven.

Bij de juiste behandeling en uitvoerig is de verwachting dat de klacht binnen 2 weken tot 3 maanden is verdwenen.

Elleboogklachten

Fysiotherapie na een operatie bij een plica in de elleboog

Soms is een operatie helaas nodig bij een plica. Je wilt eerst de opties bij de fysiotherapeut geprobeerd hebben. Dit is namelijk een minder impactvolle interventie in vergelijking tot een operatie.

De orthopeed heeft naast opereren ook nog andere behandelopties. De orthopeed kan de elleboog injecteren met een pijnstiller en ontstekingsremmer.

Wanneer de plica niet geneest of terug blijft komen, ondanks de behandelingen is een operatie wellicht een optie. Wanneer wij denken dat operatie een optie is kunnen wij overleggen met de elleboogspecialisten in de ziekenhuizen waarmee wij samenwerken.

De eerste dag na de operatie is het belangrijk dat je de arm en elleboog zo snel mogelijk gaat bewegen. Dit gebeurt onder begeleiding van de fysiotherapeut. De elleboog mag vanaf de operatie in principe volledig belast worden tenzij de chirurg anders instrueert.

In deze fase is het belangrijk dat de elleboog de tijd krijgt om te herstellen van de operatie. Met de fysiotherapeut zal de belastbaarheid van de elleboog langzaam worden opgebouwd. Dit wordt gedaan met behulp van een aantal basic oefeningen die ook thuis uitgevoerd kunnen worden.

De eerste maand na operatie wordt geadviseerd 3 keer in de week een bezoek te brengen aan de fysiotherapeut. Daarna kan er worden afgebouwd naar 2 of 1 keer in de week. In de eerste fase van herstel zijn de oefeningen gericht op de beweeglijkheid van het ellebooggewricht en de activatie van de armspieren.

Later in het traject zal de focus van de training meer liggen op het verbeteren van de kracht in de armspieren.

In de meeste gevallen zul je ook na een operatie met gerichte fysiotherapie binnen drie maanden kunnen herstellen.

×