Buitenkant elleboog
Ziekte van Panner
De ziekte van Panner is een botontwikkeling ziekte, het is een vorm van osteochondrose. Bij de ziekte van Panner wordt de bloedtoevoer naar de groeischijf in de elleboog verstoord. De groeischijven zorgen voor de groei van botweefsel bij kinderen totdat zij volgroeid zijn. Als er niet genoeg bloed bij de groeischijf kan komen, sterft het af. Hierdoor wordt het groeiproces van de elleboog tijdelijk verhinderd. Dit is te zien in het Capitellum, dit is het gewrichtsoppervlak van de bovenarm die over de onderarm glijdt. Door de ziekte van Panner kan deze oppervlakte vlak worden in plaats van rond. Botten zijn continue aan het groeien en aan het afbreken, dus dit kan wel weer aangroeien.
De behandeling van de ziekte van Panner
Het doel van de behandeling is om de pijn te verminderen en de functie in de arm weer terug te krijgen. Het is belangrijk om de elleboog te blijven bewegen, maar niet te overbelasten zodat het botweefsel weer kan terug groeien om zich te herstellen. Wij als fysiotherapeut kunnen je begeleiden tijdens dit herstel. Je mag de arm blijven bewegen, maar op geleiden van pijn. Vooral het overstrekken van de elleboog en het maximaal draaien van de onder arm kun je beter vermijden. Wanneer er heel veel pijn aanwezig is kun je tijdelijk de arm immobiliseren met een mitella of brace tot dat de pijn verminderd is. Kraakbeen hersteld heel langzaam omdat het slecht doorbloed is. De hersteltijd kan dus variëren op basis van de mate van beschadiging. In de meeste gevallen ben je er binnen een jaar vanaf, maar het kan tot 2 jaar duren.
Bij de ziekte van Panner is de beweging van het strekken van de arm en het draaien van de onderarm beperkt.
Wij als fysiotherapeut kunnen helpen om de beweging in de elleboog terug te krijgen door te mobiliseren. Mobiliseren is het beweeglijker maken van spieren en gewrichten. Door te mobiliseren rek je de spieren en het kapsel rondom het gewricht zodat de beweging weer mogelijk wordt. Mobiliseren kan op twee manieren; actief en passief. Bij passieve mobilisatie beweegt de therapeut de arm en/of elleboog. Bij actieve mobilisatie worden er oefeningen gedaan waarbij de patiënt zelf de elleboog beweegt. Deze oefeningen geef je dan ook mee voor thuis. Wij zullen beide technieken toepassen.
Na de rust periode is de kracht verminderd. Wij zullen je begeleiden bij het herstel van de spieren en het terugkeren naar de sport. Dit doen wij door middel van krachttraining van de arm. Wij zullen dan een trainingsschema opstellen die bij jou en je sport past en gaan jou daarin begeleiden bij het trainen.
Oefeningen voor de ziekte van Panner
Na een lange periode van rust is de kracht in de arm verminderd. Hiervoor kun je oefeningen doen om de kracht terug te krijgen. Het is belangrijk om dit langzaam op te bouwen om overbelasting te voorkomen. De volgende oefeningen zijn makkelijk om thuis te doen.
Als er sprake is van een bewegingsbeperking van de elleboog kun je de volgende oefeningen doen:
> Het volledig buigen en strekken van de arm (eventueel met hulp van de andere hand)
> Met de elleboog in 90 graden gebogen de onderarm naar binnen en naar buiten draaien (eventueel met hulp van de andere hand)
Om de arm spieren te trainen kun je de volgende oefeningen doen:
> Het buigen van de elleboog met weerstand (dit kan met een elastiek, een dumbbell, de andere hand of iets anders wat je thuis hebt liggen)
> Het strekken van de elleboog met weerstand. Dit kan je op verschillende manieren doen:
> Tricep pushdown: Maak een elastiek vast op een hoge plek (bijv. tussen de bovenkant van deur). Grijp het elastiek vast en trek het elastiek naar beneden tot de arm volledig gestrekt is. Doe dit met 1 arm tegelijk.
> Tricep kickback: Buig voorover met een gewicht in elke hand. Hou de armen naast je lichaam en strek je arm naar achteren.
Voor de onderarm en pols kun je de volgende oefeningen doen:
> Ga zitten met je arm in 90 graden gebogen op je been met de handpalm naar boven. Neem een gewichtje in de hand en buig de pols.
> De hierboven genoemde oefening kan ook andersom. Dezelfde houding alleen nu met de handpalm naar beneden. Strek de pols met een gewicht in de hand.
> Ga staan en buig je elleboog weer 90 graden. Draai de onderarm met een gewicht in de hand. Hierbij beweeg je dus met de handpalm naar boven en draai je die daarna weer naar beneden.
Omgaan met de ziekte van Panner
Als eerste is het belangrijk om het gewricht rust te geven zodat de ontstekingsreactie in het gewricht minder wordt. Een arts kan ontstekingsremmers voorschrijven als er veel pijn en zwelling is.
Het is niet altijd noodzakelijk om te stoppen met de sport. Dit is alleen nodig wanneer de sport de klachten geeft. Wanneer de ziekte van Panner vroeg ontdekt wordt en er nog niet veel klachten zijn, kun je de activiteiten aanpassen zodat je nog wel kunt blijven sporten.
Zo kun je bijvoorbeeld meer gaan doen met je andere arm of sla de oefeningen die te belastend zijn over. Verder is het belangrijk om niet je arm te vaak te overstrekken of de onderarm maximaal te draaien, vooral niet met weerstand of gewicht.
Zodra de symptomen een stuk verminderd zijn kan je langzaam meer gaan doen. Wel is het belangrijk om te stoppen zodra je de herkenbare pijn voelt in de elleboog. Overmatige herhaalde bewegingen waarbij er veel druk komt op de elleboog zoals gooien, kun je beter vermijden tot de elleboog helemaal hersteld is.
Diagnose van de ziekte van Panner
De diagnose van de ziekte van Panner wordt gesteld op basis van herkenbare symptomen en een röntgenfoto. Voor de herkenbare symptomen wordt er gekeken naar leeftijd, activiteitenniveau, bewegelijkheid en gevoeligheid.
Maar om de diagnose te bevestigen zijn röntgenfoto’s nodig. Op de röntgenfoto is dan een verschil in het Capitellum te zien, dit is het ronde hoofdeinde van het bot in de bovenarm. Deze lijkt dan afgevlakt in plaats van rond. Daarnaast kan de groeischijf transparant lijken.
Dit is de schijf die ervoor zorgt dat botten langer worden tijdens de groei. De groeischijf lijkt transparant omdat de bloedtoevoer is verstoord.
Prognose van de ziekte van Panner
De prognose van de ziekte van Panner is meerdere maanden tot twee jaar. In deze periode moet het botweefsel weer terug groeien naar zijn oorspronkelijke vorm. De hersteltijd hangt af van de mate van beschadiging aan het kraakbeen. Kraakbeen hersteld langzaam omdat het slecht doorbloed is. Meestal verdwijnen de symptomen hierna volledig. Sommige kinderen kunnen wel last blijven houden van een beperking bij het strekken van de arm.
Oorzaken van de ziekte van Panner
Deze aandoening komt voor bij kinderen tussen de 4 en 12 jaar, en dan voornamelijk bij kinderen die veel sporten. Het is niet helemaal duidelijk waarom sommige kinderen de ziekte van Panner krijgen. Meerdere wetenschappers denken dat de bloedtoevoer wordt verstoord door herhaalde stress op het gewricht door overmatig gebruik, met name met een gooi-/werpbeweging of wanneer er een grote druk op het gewricht komt. Dit zie je dan bijvoorbeeld bij sporten zoals honkbal of bij turnen. Er wordt ook veel gespeculeerd dat de ziekte erfelijk kan zijn, maar dit is niet met zekerheid te zeggen.
Symptomen van de ziekte van Panner
De symptomen van de ziekte van Panner komen meestal langzaam op. Kinderen merken als eerste dat de elleboog stijf wordt bij het sporten. Daarna pijn aan de buitenkant van de elleboog die erger wordt bij activiteiten en minder bij rust. Uiteindelijk zal de beweging van de elleboog ook moeizamer gaan. Een bewegingsbeperking zal zich voornamelijk voordoen bij het strekken van de arm en het draaien van de onderarm. Verder kan de elleboog ook gaan zwellen. De ziekte van Panner komt meer voor bij jongens dan bij meisjes, maar het is onduidelijk waarom dit zo is. Tenslotte komt het in de meeste gevallen voor bij de dominante arm.
Loopt u al een tijdje met een pijnlijke elleboog rond?
Neem dan contact met ons op. Samen kijken we welke behandeling het beste bij u past.